Eelco de Boer (85)
Wilde graag Meester in de Rechten worden
maar werd meester voor de klas.
En wat voor één. Iemand die kon lezen en
schrijven met zijn leerlingen en zij met hem.
Kan je iets vertellen over jezelf?
Ik ben geboren in Huizen. Ik kom uit een groot gereformeerd gezin. Ik ben de oudste van zeven kinderen. Ik had nog 3 broers en 3 zussen. Er zat steeds twee jaar tussen.
Ik ben in 1931 geboren. Toen de oorlog begon was ik een jongen van negen jaar. Ik ging gewoon naar school. Het was voor een jongen van mijn leeftijd eigenlijk wel spannend.
In die tijd hielden de Duitsers razzia’s. Mijn oom woonde toen in Bussum. Zijn oudere broers vonden het daar te gevaarlijk voor hem, en zeiden “we brengen je naar Ben en Mien” (dat waren mijn ouders). Wij hadden thuis een zolderkamer waar hij zich verschuilde. Maar mijn vader zat met nog een groep mannen ook verscholen voor de Duitsers in het Bik Bergerbos in Huizen. Toen het weer wat rustiger en veilig was, kwam mijn vader weer thuis. Maar op een dag kwamen er zeven Duitsers in huis om mijn oom te zoeken. Gelukkig vonden ze hem niet dankzij een uitgekiende schuilplaats.
Na de lagere school ging ik naar het lyceum in Hilversum. Die heb ik redelijk goed doorlopen. Ik wilde eigenlijk Meester in de Rechten worden, maar vanwege de financiën ging dat niet door. Toen ben ik naar de kweekschool in Amsterdam gegaan en werd ik alsnog meester, maar dan op de lagere school.
Maar voor die tijd ben ik nog in militaire dienst geweest (1952-1954). Ik hoopte dat ik een opleiding zou krijgen voor piloot. Het werd tot mijn verdriet de Geneeskundige troepen. Toch bleek dat later een mooie opleiding te zijn. We moesten op elkaar oefenen met prikken. Ik had grote Bill Thijssen als slachtoffer. Ik dacht; “die heeft vast veel en dikke aderen”. Maar ik prikte steeds naast de ader. Hij schelden! ”Ik krijg je nog wel!”. Een week later moest ik geprikt worden door Bill. Gelukkig was de arts ziek en ging het feest niet door. Ik blij! En ik kreeg toen weer babbels. Gemiddeld moest je voor ongeveer 18 maanden in dienst, maar door de officiersopleiding die ik deed, werd dat 2 jaar. Ik werd tweede luitenant.
- Die IJmuidense jeugd was gewoon gezellig
Werk
Mijn buurman was hoofd van de Gereformeerde Keugeniusschool in Huizen waar ik zelf ook op had gezeten. Daar werd ik meester van de 1e klas. Dat was hartstikke leuk. Die kleintjes van zes jaar. Dat heb ik een aantal jaren gedaan. Maar ik wilde meer. Ik heb eerst een akte Nederlands gehaald.
Ik solliciteerde in IJmuiden bij de Groen van Prinsterer Mulo. Ik werd aangenomen en ging Nederlands geven. Daarna heb ik nog de aktes Geschiedenis en Engels gehaald. Het lesgeven op de Groen van Prinsterer was heerlijk. De IJmuidense jeugd sprak mij erg aan. Ik kon heel goed met de jongeren opschieten. Ze waren vrij open. De leerlingen vonden het leuk als ik verhalen van vroeger vertelde, zoals bijvoorbeeld over De Sijsjesberg. Ik woonde net buiten het dorp Huizen en wij vochten in die tijd tegen de Huizer jongens. We verloren vaak, want zij hadden veel meer vechters dan wij. Zij hadden er een paar honderd en wij hooguit 35 man. Maar één keer wonnen wij! En dat was een pracht verhaal wat ik graag vertelde op school.
Ik herinner me dat ik de leerlingen ook zo lekker op de kast kon jagen. Met Nederlands moesten ze een dictee doen. En omdat ik zelf in Driehuis woonde, liet ik hen opschrijven: ”Het landelijke villadorp Driehuis verheugt zich nog steeds in een groter wordende belangstelling”. “Schrijf op!”, zei ik dan. Groot protest bij de leerlingen! “Dat schrijven we niet op!”, riepen ze. En dan zei ik: “toe vooruit, doe niet zo kinderachtig. Schrijf op!” Om dan vervolgens zuchtend te zeggen. “Goed dan:
De belangrijke havenstad IJmuiden verheugt zich nog steeds in een groter wordende belangstelling”. Waarna de leerlingen tevreden en braaf aan het schrijven gingen. En dan had ik lol.
Op een gegeven moment fuseerden we met een aantal andere scholen tot het Ichthuscollege. Ik wilde graag bij de afdeling IJmuiden/Zeewijk blijven vanwege de IJmuidense jongeren. Die vond ik gezelliger. Ik heb er jarenlang een fijne tijd gehad.
Ik heb ook les gegeven op de avondschool; Het Erasmuscollege. Ik was daar afdelingshoofd en gaf les aan volwassenen, waaronder ook oud-leerlingen. Het was hard werken, maar ik vond het heel leuk om te doen. Ik heb tot mijn 57e les gegeven op het Ichthus. Toen ben ik met vervroegd pensioen gegaan. Niemand snapte er iets van dat ik weg wilde. Ik functioneerde prima. En dat was ook zo. Maar ik kreeg de gelegenheid en heb er gebruik van gemaakt.
Gezin
Ik had al een vriendin, Bep. Zij woonde ook in Huizen. Voordat ik naar IJmuiden vertrok zijn we getrouwd. Ik verbleef de eerste tijd doordeweeks bij een collega in IJmuiden. Ik reed in een tweede hands lelijke eend uit 1956. Die kostte ongeveer 1600 gulden. Daar gingen Bep en ik ook mee op vakantie en op huwelijksreis. Mijn vrouw had daar gordijntjes in gemaakt en de achterbanken haalden we er uit. We hadden altijd veel bekijks. En toen we wegreden op huwelijksreis, hadden ze er blikjes achter gebonden.
Al snel kregen we een flat in de Waalstraat. Daar is onze oudste dochter Andrea geboren. Toen de huizen in de Van Maerlantlaan in Driehuis gebouwd werden, hebben we daar een huis gekocht. In de Van Maerlantlaan werd onze tweede dochter Wilma geboren. We hebben er heerlijk gewoond.
Inmiddels heb ik vijf kleinkinderen: vier jongens en één meisje.
Had je hobby’s?
We hadden een caravan. Frankrijk was ons geliefkoosd land. Daar gingen we vaak naar toe. We hebben er heerlijke vakanties doorgebracht. Orgel spelen was ook een grote hobby van me. Ik speelde vaak op het orgel van de Bethelkerk. Dat orgel was heel geschikt om Händel en Bach op te spelen. Ik was daar ook reserve-organist. Thuis had ik een elektronisch orgel. Händel was mijn favoriete componist. Aan het spelen hiervan beleefde ik veel plezier.
Ik tenniste ook graag. Bij Groeneveen. Dat was lekker dichtbij huis.
Ook had ik een vast groepje vrienden, dat geregeld bij elkaar kwam. En één keer per jaar nodigde ik ze bij mij thuis uit om mosselen te eten. Dat waren o.a. Dick van der Plas, Piet Ten Napel. Philip ten Napel, de zoon van Piet, was ook altijd van de partij. Hij vond het altijd prachtig.
-
Nu ben ik niet meer thuis
In 1998 is mijn vrouw overleden. Dat was moeilijk voor me. Maar mijn twee meiden hebben me er echt over heen getild. Fantastische dochters. Drie jaar geleden ben ik hier in Huis ter Hagen komen wonen. Thuis ging het niet meer.
Ik heb Parkinson, zit in een rolstoel en kan niet meer lopen. Het betekent ook dat ik soms moeilijk uit mijn woorden kan komen en wel eens dingen vergeet. Maar ik heb het goed hier.
Mijn dochters doen alles voor me en komen regelmatig. Wilma geeft bewegingsleer aan blinde kinderen. Andrea staat ook voor de klas. Ze hebben me een tijd terug ook eens meegenomen naar Berlijn. Prachtig.
In december nemen ze me altijd mee naar de Christmas Carols. Echt een uitje. Zelf ben ik niet meer in staat om in het Engelmunduskoor te zingen. Dat vind ik erg jammer.
Kerk
Ik heb nog in de kerkenraad gezeten in de Bethelkerk. Ik was jeugdouderling, maar het was geen succes. Ik was er zelf ook verbaasd over. Ik kan goed met jeugd omgaan, maar er worden toch andere dingen van je gevraagd dan les geven.
De tijd dat we de Bijbel van kaft tot kaft geloofden is wel voorbij. Door de ziekte van mijn vrouw Bep heb ik wel steun aan het geloof gehad. Toen kon ik het geloof anders beleven dan nu. Nu met die Parkinson lijkt het of er een rem op gekomen is. Maar het geloof betekent wel wat voor me. Ik ga zondags hier in Huis ter Hagen naar de Kapel en dat is een fijne ervaring.
4 maart 2017, Joke Stam
Als oud-inwoner van Driehuis surf ik af en toe op internet naar sites over IJmuiden, Velsen en Driehuis. Bijzonder aardig is het dan als je iemand vindt waar je herinnering aan hebt. Zo in dit geval aan mijn oude onderwijzer Nederlands op de Groen van Prinsterer Mulo in Oud IJmuiden. Bij deze wil ik hem de groeten vanuit Almere doen en ik hoop dat hij mij ook nog herinnert. Niet waarschijnlijk, maar toch. Ik zat in de jaren 1959 tot 1963 op de Groen.
Ton Kalkman.
10/2021 – In herinnering, een mooi mens. Eelco de Boer was mijn docent op de ‘Creutz’. Een tijdje terug las ik dat hij is overleden. In de advertentie stond zoiets als ‘een laatste groet aan mijn leerlingen’. Dat zegt eigenlijk alles over hoe hij voor de klas stond, één van de weinige leraren die ik nooit ben vergeten door zijn boeiende geschiedenislessen en persoonlijke verhalen. Als hij de les de les liet en zomaar – op een laatste lesuur vrijdagmiddag – uit een spannend jeugdboek ging voorlezen, waren we er niet te groot voor en één en al aandacht.
Mijnheer De Boer, fantastisch weer iets van u te horen. Ik herinner me u zeker. Een fijn mens. Ik woon al 53 jaar in Assen maar ben u niet vergeten!
Het ga u goed, groet van Joke Zijl.
Beste mevrouw Uuldriks-Zijl,
Bedankt voor uw reactie. Ik moet u helaas melden dat meneer de Boer al enige tijd overleden is. In zijn rouwadvertentie stond: “een laatste groet aan al mijn leerlingen”. Hij was een meelevend en zeer gewaardeerd lid van onze gemeente.
Jorgen Rasmussens,
Redactie website engelmunduskerkoudvelsen.nl