Frits Vermeulen
Studeren ging hem gemakkelijk af en
het onderwijs liep als een rode draad door zijn leven
Kan je iets over jezelf vertellen?
Ik ben geboren op 5 januari 1945 in Vlaardingen, ben getrouwd met Yvonne. We hebben drie dochters en zes kleinkinderen. Ik heb een 2 jaar oudere zus en nog 2 jongere zussen. De jongste is overleden. Ik ben dus de enige jongen. Mijn overgrootvader was Pieter Vermeulen, de onderwijzer waar het Pieter Vermeulen museum haar naam aan te danken heeft. Wij verhuisden naar Delft waar mijn vader als bedrijfsleider bij “De Porceleyne Fles” ging werken. Het bedrijf waar Delfts Blauw wordt gemaakt en vuurvaste stenen. We hebben daar 13 jaar gewoond in een bedrijfswoning. Er werkten daar 500 mensen. Er werd gewerkt met hete ovens, dat was mijn vader wel gewend als machinist.
Lagereschooltijd
Ik ging in Delft naar de lagere Prins Willem school. De school stond naast de plek waar Willem van Oranje is doodgeschoten, De Agnietenhof. De steenfabriek ging toen verhuizen naar Leiden. Mijn ouders kwamen beiden uit Velsen. Mijn opa Stam van moederskant zat in de vishandel. We zijn verhuisd naar IJmuiden naar Plein ’45. Eerst boven “De Wala”, een jaar later naar de Havenkade.
Mijn zusje en ik gingen in 1958 naar de Prins Bernhard HBS. Daarna moest ik in militaire dienst. Om dit te voorkomen ben ik naar Delft gegaan naar de Technische Hoge School. Ik studeerde Theoretische Fysica. Dat is een zware opleiding en paste bovendien niet bij mijn vooropleiding. Daar ben ik dus mee gestopt. De enige optie was toen om naar de kweekschool te gaan. Dat heb ik gedaan. Drie jaar op de Da Costa Kweekschool met de hoofdakte. Ik had nog een paar maanden voordat ik in dienst moest en bracht die in Praag door. Het was in de tijd van “De Praagse Lente”, toen Dubĉek daar aan het bewind was. Het was een geweldige ervaring. Als je de tram in ging, dan stond er een potje waar je je geld in moest doen. En iedereen deed dat. Er was geen controle. Ja, die was er wel, iedereen controleerde iedereen.
Diensttijd
Ik was al getest om bij de opleiding tot reserveofficier toegelaten te worden. Eerst naar Ermelo, school voor reserveofficieren, kader infanterie. Vervolgens naar de rijopleiding in Eindhoven, Piroc; naar de commando’s, twee maanden; Den Haag, de Zonnetjesopleiding; Schalkhaar bij Deventer, een klein elitebataljon, Prinses Irene Brigade. Inmiddels had ik een vriendin, Yvon, en trouwplannen. De huizen in Deventer waren zo goedkoop dat ik mijn Yvon belde en zei: ‘Kom hier naar toe, dan gaan we huizen bekijken. Maar ja, samen wonen, dan moest er eerst getrouwd worden. Dat was op10-10-1968.en we hebben daar een jaar gewoond. De eerste dochter Dorine is daar in 1969 geboren. Ze ging met de verhuiswagen na 3 weken mee.
Na mijn diensttijd moest ik een baan zoeken. Het tekort aan onderwijzend personeel was ook al groot in die tijd. Ik had al een tijdje twee telegrammen van scholen elders in bezit. O.a. een Technische school in Woerden. Ik had ervaring in het leger opgedaan als docent techniek en wilde verder techniek studeren in Utrecht. Vanuit Deventer ben ik langs die school gegaan. Na een gesprek met de adjunct-directeur zei hij: ‘u bent aangenomen’. Ik kon direct beginnen.
Het was een grote technische school met 1000 leerlingen. Ik ging Nederlands en Maatschappijleer geven.
Het was soms vechten met die stevige boerenzoons
Ik heb er zeven jaar gewerkt. Er zaten meest boerenzoons op die school. Stevige jongens. Soms vechten. De hele dag door: geschreeuw, gesmijt met deuren. Sommige leraren haakten af.
In de tijd dat we in Woerden woonden, ben ik aan de avond HTS gaan studeren. Vier avonden in de week en dan nog 32 uur voor de klas. Best pittig hoor, 5 jaar lang. Daar werd onze tweede dochter Harriet (1972) geboren en onze gehandicapte Suzan (1975) Dankzij de opofferingen van Yvon heeft ons weinig in de weg gestaan in deze Woerdense hectische tijd. Complimenten en credits zijn voor haar.
Wij hadden het in Woerden wel een beetje gehad. We wilden weer naar IJmuiden. We kochten in 1976 een huis in De Zandkuil. Naast mijn werk heb ik altijd kunnen studeren, zonder mopperen dankzij wederom Yvon. Aan de VU: MO-A en tegelijkertijd MO-B. In het dubbele tempo. Daarna nog verder voor doctoraal Pedagogiek. Aansluitend een postdoctorale studie Maatschappijleer. Later heb ik colleges Arbeids- en Organisatiepsychologie gevolgd op de VU. Daarvoor kreeg ik vrij van de school. Wel een service, vond ik. We hebben daar leuk gewoond. Yvon vond voor mij een nieuwe baan in Heemskerk, Maerten van Heemskerkschool. Ze zaten te springen om personeel. Het was een breed vmbo; bouw, metaal, elektro, lhno, een koksopleiding, dat heette toen kort MBO. Daar heb ik heel lang gewerkt. Eerst als docent, en later als decaan en als adjunct-directeur en directeur.
Na de fusie tussen de Maerten van Heemskerk en het Berlingh College werd dat het Midden-Kennemerland College ( na nieuwbouw nu het Kennemer College). Daar werd ik plaatsvervangend rector. Daarna ben ik rector geworden van het Vellesan College van 1999 tot 2003.
Mijn vader werkte als bedrijfsleider bij een waterglasfabriek in Amsterdam-Noord. Hij kwam op 58 jarige leeftijd om het leven bij een noodlottig bedrijfsongeval. Ik had al vroeg het plan opgevat om op mijn 58e met pensioen te gaan, wat ik deed in 2003. Ik heb er geen seconde spijt van gehad. Eindelijk tijd om op te passen op de kleinkinderen
Hobby’s
Vanaf mijn negende jaar al zat ik met een soldeerbout radio’s te bouwen. Samen met mijn vriend. Van een gepensioneerd marconist leerden we alles over radiobuizen en ontvangers. Die fascinatie is altijd gebleven. Tot ik in dienst ging, ben ik altijd blijven sleutelen aan ontvangers enz. Ik heb ook een zendmachtiging.
We waren thuis met vier kinderen en we hebben allemaal pianoles gehad. Twee daarvan, waaronder ik, hadden ook vioolles. Een aantal jaren geleden overleed een vriend van me. Hij had een ‘Johannes’ orgel laten bouwen met zijn wensen. Dat orgel heb ik van hem geërfd. Ik speel regelmatig, maar het meest piano.
Ik ben van 2006 – 2020 verbonden geweest aan de Velser Gemeenschap, eerst als voorzitter van de VG, later als bestuurslid en als voorzitter van het Comité 4 en 5 mei Velsen. Het was een veeleisende job, maar wel leuk. In 2015 trad ik toe bij de redactie van onze kerkkrant. In 2016 werd ik bestuurslid van de Stichting Theater Manifestatie. IJmond. Je ontmoet heel veel mensen. In 2021 in coronatijd een lintje krijgen blijft een heel bijzondere blijk van waardering!
Indonesië, een pracht in de schepping
Yvonne en ik zijn gek op reizen. Reizen is avontuur, verrijking van de wereld om je heen en altijd spannend. Dat kan ook dicht bij huis. Er met een caravan op uit is genieten Europa heeft alles wat je maar wenst aan volken, natuurschoon, geschiedenis en cultuur. Religie is in elk land te vinden. Eilanden zijn ideaal vanwege hun afgesloten en behapbare afmetingen (Malta, Corsica, Canarische eilanden, Kreta, Corfu etc.) en meestal maar een paar uur vliegen. Zelf organiseren is eenvoudig: je vliegt ergens heen, huurt een autootje op de luchthaven en zoekt ergens onderdak, uiteraard alles vanuit je laptop thuis. Als je voor het eerst in de tropen komt ( Sri Lanka , Indonesië ) sta je versteld van de indrukwekkende diversiteit in de natuur. Wat een pracht in de schepping. De laatste jaren ben ik aan het koken geslagen. Daar valt veel te leren en te ontdekken, vooral door te kijken naar enthousiaste meester-koks op YouTube. De eenvoudigste dingen moet je leren: bijvoorbeeld, hoe hou je het superscherpe santoku mes vast om niet in je vingers te snijden en welke snijtechniek hanteer je. Leuk en lekker.
De kerk
Mijn ouders waren lid van de Kanaalstraat kerk (Ned. Herv.kerk) geworden. Daar had je een zondagschool Obadja. Op die zondagschool ben ik ook gaan helpen elke zondag. Ik heb er belijdenis gedaan, was voorzitter van jeugdsociëteit ‘De sleutel’. De Rank werd helemaal verbouwd en we hielden daar grote feesten. Soms hadden we 400 mensen binnen. Yvon heb ik daar ontmoet en we zijn ook getrouwd in de Kanaalstraatkerk
Toen ik later jeugdouderling in onze kerk was, kwam ik ook iedere week in ‘De Ark’ met de jongeren. Ik was om het maar te zeggen “kerkelijk lekker bezig”
Hoe zie je de toekomst van de kerk?
Als de kerk als instituut wordt gezien door jongeren, zo van, dit is een kerk, een orgel, de liederen. Dus de dingen waar wij zo mee vertrouwd zijn. Als je dat niet aanpast aan de jongeren of een vorm vindt waarin de jongeren – die toch ook naar zin zoeken in hun leven- daar iets mee kunnen, dan kom je niet veel verder. Als het gaat over relaties of ethiek, dan willen pubers en jongeren weten waar ze staan. Maar de kerk blijft toch overkomen als onbuigzaam. Je zou moeten nagaan in welke mate verandering mogelijk is. Want als het niet mogelijk is, dan hoef je er ook niet aan te werken.
Je zou moeten analyseren hoe de jeugd tegen de kerk aan kijkt. Als ik een kerk binnenloop dan denk ik: ‘prachtig gebouw, mooi orgel, fijne muziek’. Ik voel me daarin thuis. Maar dat geldt niet altijd voor de jeugd. Zoals wij daarmee omgaan is prima, maar niet steeds voor de jeugd. Je zou de jeugd op een andere manier bij de kerk kunnen betrekken. Een voorbeeld: we hebben een orgel en twee organisten. Waarom zou je niet kinderen die muziek maken gewoon eens uitnodigen, iets over het orgel te vertellen en een keer op het orgel laten spelen. Maar ja, het orgel is zo ongeveer heilig. Zo zijn er meer dingen in de kerk.
Het gaat primair om samen dingen te doen
Neem nou b.v. zangopleidingen. We hebben een geweldige kerk om te zingen.
Je zou best een zangwedstrijd of een concours kunnen houden. Jongeren komen daar met hun band of eigen muziek. Zelfs karaoke zou kunnen. Sommige nummers zijn heel geschikt voor in de kerk. Dan heb je een totaal ander gebruik van zo’n ruimte. Het gaat niet om evangeliseren, het gaat om samen dingen doen. Je zou de ruimte kunnen gebruiken om jongeren uit te nodigen over onderwerpen die dicht bij de jonge mensen liggen. Een lezing of toneelstuk over een onderwerp dat past in hun levensfase. Dat is een hele stap voor sommigen. Ik gaf vroeger seksuele voorlichting op school. Ik nodigde eens een homostel van het COC uit om iets te vertellen. Die mensen kregen een ongekende weerstand van groepen jongeren. Dan zeggen we dat we geëmancipeerd, ruimdenkend en verdraagzaam zijn, dan hebben we het ook over de jongeren hé. Je ziet dat er nog een wereld te winnen is. Het gaat over zingeving en onderwerpen die dicht bij de jongeren liggen. Daaraan gekoppeld zit ook een heel stuk moraliteit, esthetisch en sociaal bewust zijn. Respect hebben voor elkaar als het b.v. gaat over relatie en seksualiteit. Dat heeft alles met elkaar te maken. Maar respect is ook wat we in de kerk preken. Dus ik denk dat je op die manier met jongeren aan de gang moet. Het gaat dus ook over drugs of pesten, en over worstelingen in de pubertijd met jezelf en ouders of over wat jonge mensen overkomt, of teleurstellingen, boosheid en verdriet, over liefde en dood in een mensenleven, en waar je je fundament en je kracht kunt vinden. Daar moet een kerk toch goed in zijn.
Joke Stam
Wat interessant om jouw levensloop te lezen!
Wat een sterke wil en kracht om je doel te bereiken!
En steeds nieuwe uitdagingen op je pad!
Gesteund door je lieve Yvon!
Hopelijk nog veel te genieten met haar en jullie gezin !