Wachten
Wachten: het is een opgave. In de lange rij voor de kassa, als asielzoeker op de behandeling van je zaak, op versoepeling van de coronamaatregelen. We wachten wat af in het leven.
Hemelvaartsdag: de dag waarop we gedenken dat Jezus definitief afscheid nam van zijn leerlingen en naar de hemel ging. Vlak voor dat moment geeft Hij hen de opdracht om terug te gaan naar Jeruzalem en daar te wachten op de Geest, zijn Geest.
Waarom doet Hij dat eigenlijk, hen vragen om te wachten? Had Jezus niet meteen de Geest kunnen uitstorten? Waarom moeten ze er eerst op wachten?
Waarom? Omdat Pasen en Pinksteren niet op één dag vallen. Net zomin als het verwekken en de geboorte van een kind op één dag vallen. In de Bijbel is wachten nooit passief. Het heeft altijd iets van verlangen, van uitzien naar. Van toegroeien naar, voorbereiden, verwachten. Zoals een zwangere vrouw uitziet naar de geboorte van haar kind. Wachten vraagt oefening. Je hebt er uithoudingsvermogen bij nodig.
Na Hemelvaart blijven de leerlingen bij elkaar. Ze hebben elkaar nodig, om de hoop levend te houden, om elkaar aan te sporen, om het niet op te geven. Samen wachten ze op de Geest van Jezus. Biddend. Dat leert ons: wachten doe je samen. Want wachten is niet altijd eenvoudig.
We herkennen dat in deze tijd. De slogan is immers: ‘Alleen samen overwinnen we corona’. Hoe lang zal het nog duren voor het leven weer zijn normale gang neemt? We zijn nu misschien alleen, maar we hebben elkaar nodig om het wachten vol te houden. Om de moed niet te verliezen, om de verwachting ‘Straks wordt het anders’ vol te houden.
Wachten is eigenlijk oefenen in hoop, groeien in geduld en wijsheid. Groeien ook in verlangen naar Gods Geest. De Geest die je soms zomaar samen doet zingen, biddend:
Christ, be our light,
Shine in our hearts
Shine through the darkness.
(Lied 1005)